Op 9 juni 2023 promoveerde Henriette Bout aan de Nyenrode Business Universiteit op het proefschrift getiteld ‘Moresprudentie en het leren van organisaties over morele vraagstukken’.
Onderzoekster Henriëtte Bout heeft onderzocht hoe organisaties omgaan met morele vraagstukken en hoe kennisoverdracht hieraan kan bijdragen. Haar onderzoek richtte zich voornamelijk op de factoren die het leren over morele vraagstukken ondersteunen of juist hinderen binnen organisaties. De bevindingen bieden inzichten voor organisaties die morele inzichten willen integreren en bieden handvatten voor het creëren van een werkomgeving waarin morele vraagstukken bespreekbaar zijn.
Een nieuw model voor morele vraagstukken in organisaties
Steeds meer organisaties organiseren reflectiegesprekken om te leren over morele vraagstukken. De opgedane morele inzichten worden ook wel “moresprudentie” genoemd. Bout wilde onderzoeken hoe moresprudentie bijdraagt aan het leren over morele vraagstukken. Hoewel er modellen bestaan voor de kennisontwikkeling binnen organisaties, richten deze zich voornamelijk op het verhogen van productiviteit of concurrentievoordeel. Deze modellen zijn niet specifiek gericht op morele vraagstukken. Bout wilde dus onderzoeken of een veelgebruikt model voor organisatieleren ook toepasbaar is op het leren over morele vraagstukken en hoe moresprudentie hierbij kan ondersteunen.
Het overdragen van morele inzichten blijft een uitdaging
Een grote uitdaging voor organisaties is het overdragen van morele inzichten en ervoor zorgen dat medewerkers daadwerkelijk actie ondernemen. Organisaties hebben vaak de neiging om een bepaald inzicht met betrekking tot de bedrijfsvoering als een voorschrift op te leggen: “Doe dit”. Het wordt opgeschreven en verspreid via intranet of e-mail. Uit het onderzoek blijkt echter dat deze benadering niet werkt bij het overdragen van morele inzichten, omdat het te cognitief is. Als medewerkers bepaald gedrag wordt opgelegd dat indruist tegen hun eigen morele overtuigingen, zullen ze dit niet doen. Mensen accepteren moraal niet zomaar van bovenaf. Morele inzichten zijn deels cognitief, maar er is ook een sterke affectieve component aan verbonden. Medewerkers zijn ontvankelijker voor kennis over morele vraagstukken als ze zelf hebben ervaren hoe het is om met dergelijke vraagstukken te worstelen. Iemand die dit heeft meegemaakt, kan zich beter verhouden tot de opgedane morele inzichten binnen de organisatie. Organisaties moeten hier rekening mee houden en inzichten niet alleen verspreiden via intranet of e-mail, maar medewerkers ook de mogelijkheid bieden om ervaring op te doen. Op die manier kunnen ze zich ermee verbinden en internaliseren.
Organisaties kunnen veel zelf, maar niet alles
Bout benadrukt dat organisaties de expertise hebben om te leren over morele vraagstukken. Desondanks speelt een ethicus nog steeds een belangrijke rol. Een ethicus kan bijvoorbeeld helpen bij het opzetten en begeleiden van moreel beraad en bij de ontwikkeling van moresprudentie. Het betrekken van een ethicus kan meerwaarde bieden, omdat zij specifieke analyses kunnen maken over hoe medewerkers omgaan met morele vraagstukken. Deze inzichten kunnen managers helpen om het goede handelen te bevorderen.
Blijf altijd kritische vragen stellen
Volgens Bout is het belangrijk om morele inzichten te benaderen als inzichten waarbij we altijd vragen moeten blijven stellen. Morele inzichten zijn niet absoluut en moeten altijd bediscussieerbaar blijven. Moresprudentie ondersteunt het organisatieleren over morele vraagstukken als het op de juiste manier wordt aangeboden, gericht op de juiste doelgroep en op het juiste niveau binnen de organisatie. Het moet ook onderdeel zijn van een bredere strategische benadering.